Huisartsen machteloos door RIVM protocol

8 mei 2020

Nederland betaalt hoge prijs

Tijdens de Nederlandse lockdown periode van 15 maart tot en met 21 april 2020 bleken twee zaken overduidelijk:

1. Het middel (intelligente lockdown) wordt zo langzamerhand erger dan de kwaal

Het doel (het beschermen van ouderen en kwetsbaren) en het middel zijn uit balans geraakt: de economie kan best een aantal weken (5-6 weken, ongeveer een zomervakantieperiode) op deze manier worden beperkt, echter wanneer dit langer gaat duren, is de gevolgschade niet te overzien.

2. RIVM handboeit huisartsen en wast haar handen in onschuld

Het RIVM lijkt, in haar poging de ziekenhuizen te ontlasten, een dermate voorzichtig eerstelijns protocol te hebben opgesteld dat het uiteindelijk effect juist lijkt te zijn dat een maximum aantal mensen in de tweede lijn is terechtgekomen en er daardoor een groter aantal mensen is komen te overlijden als gevolg van COVID19. De eerste lijn mag namelijk alleen paracetamol voorschrijven en antibiotica om superinfecties te voorkomen. Terecht merkte de oud-huisarts Alfons Olde Loohuis op dat er in de periode tussen de 7e en de 13e dag een gat in het protocol zit en pleitte al op 1 april 2020, tijdens een TV-interview Op1, voor behandeling met Chloroquine in een soort 1,5e lijnszorg waarbij huisartsen samenwerken met ziekenhuisspecialisten. Op 6 april kwam huisarts Rob Elens met het resultaat van zijn behandeling van 10 patiënten in het stadium matig/ernstig in de publiciteit. Op 7 april past het RIVM het protocol zodanig aan waardoor vanaf dat moment behandeling in de eerste lijn met HydroxyChloroQuine (HCQ) expliciet verboden wordt. HCQ werkt het best als het ingezet wordt in het mild/matig stadium van een virusinfectie. Ziekenhuisopnames vinden pas plaats indien het stadium matig/ernstig) is bereikt. Op 15 April werd in een grootschalig onderzoek in Brazilië het verband tussen vroeg/laat/niet behandelen van Covid19 in de eerstelijnszorg en de noodzaak tot ziekenhuisopnames aangetoond.

Uit dit onderzoek blijkt dat vroege (< 7 dagen) dan wel late (>= 7 dagen) inzet van HCQ een daling van 80%, respectievelijk 40% van het aantal ziekenhuisopnames tot gevolg heeft ten opzichte van geen behandeling. Geen behandeling is nog steeds het voorgeschreven protocol in Nederland in de eerste lijn. Men zou dus de voorzichtige conclusie kunnen trekken dat indien eerstelijns vroeg/laat behandeling wel was toegestaan in Nederland, we 80% / 40% van de ziekenhuisbelasting als gevolg van COVID19 hadden kunnen voorkomen. De hoeveelheid sterfte zou dan ook significant lager zijn geweest. Eind April zijn er bijna 11.000 ziekenhuisopnames met bijna 5.000 sterfgevallen (+/-45%). Bij een eerstelijns protocol met vroeg/laat behandeling zouden er wellicht 2.000-6.000 opnames zijn geweest met wellicht “slechts” 1.000-3.000 sterfgevallen. Lees hier het huidige RIVM protocol voor de 1e lijnszorg.

Patiënten met milde symptomen (geen additionele zuurstofbehoefte): gezien het milde beloop bij de grote meerderheid van geïnfecteerde personen, wordt aangeraden bij milde klachten van bewezen COVID-19 niet te starten met middelen waarvan de werkzaamheid nog niet is aangetoond. Addendum (07-04-2020): De KNMP heeft het standpunt ingenomen dat (H)CQ voor de off-label indicatie COVID-19 alleen in ziekenhuizen, met inachtneming van de juiste veiligheidsoverwegingen, mag worden toegediend. Dit mede om de zorg van patiënten met SLE/RA niet in het geding te laten komen. Klik hier voor het bericht van de KNMP.

De inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) heeft op 8 April Rob Elens en de betrokken apothekers benaderd en daarbij verboden om verder te behandelen met HCQ. De reactie van Rob Elens is hier online terug te vinden. Op 30 April heeft de inspectie Rob Elens bezocht in Meijel en aangegeven dat men niet afwijkt van de procedures ondanks de bijzondere situatie. HCQ wordt pas toegestaan indien er wetenschappelijk bewijs is voor de goede werking van HCQ op herstel van Covid19 en wetenschappelijk bewijs voor beperkte bijwerking bij Covid19. Beide kosten veel tijd en veel geld. In het buitenland zijn deze studies gestart en wellicht komt er snel een eindresultaat.