De VN verklaren de totale oorlog aan de vrijheid van meningsuiting

door Judith Bergman
19 Augustus 2019

Oorspronkelijk Engels Item: UN Launches All-out War on Free Speech

  • Oftewel, vergeet alles over de vrije uitwisseling van ideeën: de VN vindt dat haar “waarden” worden bedreigd en degenen die deze waarden bekritiseren, moeten daarom tot zwijgen worden gebracht.
  • Vanzelfsprekend verzekert de VN iedereen dat “het aanpakken van haatzaaien niet betekent dat vrijheid van meningsuiting wordt beperkt of verboden. Het betekent dat haatzaaien niet kan escaleren naar iets gevaarlijkers, met name tot het aanzetten tot discriminatie, vijandigheid en geweld, wat volgens het internationale recht verboden is” .
  • Echter, de VN wil de vrijheid van meningsuiting nog al degelijk wel beperken, vooral wanneer deze niet strookt met de agenda van de VN. Dit was duidelijk in het VN-Migratiepact waarin expliciet werd gesteld dat overheidsfinanciering aan “media die systematisch intolerantie, vreemdelingenhaat, racisme en andere vormen van discriminatie jegens migranten bevorderen” moet worden stopgezet.
  • In tegenstelling tot het VN-Migratiepact bevat het actieplan van de VN tegen haatzaaien wel een definitie van wat de VN als “haat” beschouwt, en het is toevallig de breedste en vaagste mogelijke definitie: “Elke vorm van communicatie in woord, geschrift of gedrag, die agressief is of pejoratieve dan wel discriminerende taal gebruikt met betrekking tot een persoon of een groep op basis van wie ze zijn, met andere woorden, op basis van hun religie, etniciteit, nationaliteit, ras , kleur, afkomst, geslacht of een andere identiteitsfactor “. Met zo’n brede definitie kunnen alle meningen als “hatelijk” bestempeld worden.
In januari gaf VN-secretaris-generaal Antonio Guterres opdracht tot “een versneld wereldwijd actieplan tegen haatzaaiende uitingen en haatmisdrijven”, en zei dat regeringen en instellingen ” oplossingen moeten inzetten die een antwoord zijn op de angsten en zorgen van de mensen … “Een van die antwoorden, zo leek Guterres te suggereren, is het afschaffen van de vrijheid van meningsuiting. Afgebeeld: Antonio Guterres. (Afbeeldingsbron: Fiona Goodall / Getty Images)

In januari heeft de secretaris-generaal van de Verenigde Naties Antonio Guterres zijn speciale adviseur voor de preventie van genocide, Adama Dieng, opgedragen om “een versneld actieplan te presenteren tegen haatzaaien en haatmisdrijven”. Guterres hield tijdens een persconferentie over de uitdagingen van de VN voor 2019 vol: “De grootste uitdaging heden ten dage voor overheden en instellingen is om te tonen dat we geïnteresseerd zijn – en oplossingen inzetten die een antwoord zijn op de angsten en zorgen van de mensen…”

Eén van die antwoorden, zo leek Guterres te suggereren, is het afschaffen van de vrijheid van meningsuiting.

“We moeten de gehele samenleving inschakelen in de strijd om de waarden waar onze wereld vandaag voor staat – en in het bijzonder om de opkomst van haatzaaien, vreemdelingenhaat en onverdraagzaamheid aan te pakken. We horen verontrustende, hatelijke echo’s van lang vervlogen tijden”, aldus Guterres. “Giftige opvattingen dringen door in politieke debatten en vervuilen de reguliere samenleving. Laten we de lessen van de jaren ’30 nooit vergeten. Haatzaaien en haatmisdrijven zijn een directe bedreiging voor de rechten van de mens…”

Guterres voegde eraan toe: “Woorden zijn niet genoeg. We moeten effectief zijn in het bevestigen van onze universele waarden en in het aanpakken van de grondoorzaken van angst, wantrouwen, ongerustheid en woede. Dat is de sleutel om mensen mee te krijgen in de verdediging van die waarden die momenteel ernstig bedreigd worden”.

Oftewel, vergeet alles over de vrije uitwisseling van ideeën: de VN vindt dat haar “waarden” worden bedreigd en degenen die deze waarden bekritiseren, moeten daarom tot zwijgen worden gebracht. Niet alleen dat, maar – onoprecht – vergelijkt de VN de meningen die afwijken van haar agenda met de opkomst van fascisme en nazisme in de jaren dertig van de vorige eeuw.

Het actieplan waarover Guterres in januari sprak is nu klaar. Op 18 juni presenteerde Guterres het Strategisch Actieplan tegen haatzaaien van de Verenigde Naties:

“Haatdragende taal is … een aanval op tolerantie, inclusie, diversiteit en de essentie van de normen en principes van onze mensenrechten ,” zei Guterres. Hij schreef ook in een artikel over het onderwerp: “Aan degenen die ​​angst als drukmiddel gebruiken om gemeenschappen te verdelen, moeten we zeggen: diversiteit is een rijkdom, nooit een bedreiging … We moeten immers nooit vergeten dat ieder van ons een “ander” is voor iemand anders, ergens “.

Volgens het actieplan, “wordt haat wordt steeds meer regulier- zowel in liberale democratieën als in autoritaire systemen. En met elke afgebrokkelde norm worden de fundamenten van onze gemeenschappelijke mensheid verzwakt”. De VN ziet voor zichzelf een cruciale rol: “In principe moeten de Verenigde Naties haatdragende taal altijd tegengaan. Stilte kan duiden op onverschilligheid voor racisme en onverdraagzaamheid …”.

Vanzelfsprekend verzekert de VN iedereen dat “het aanpakken van haatzaaien niet betekent dat vrijheid van meningsuiting wordt beperkt of verboden. Het betekent dat haatzaaien niet kan escaleren naar iets gevaarlijkers, met name tot het aanzetten tot discriminatie, vijandigheid en geweld, wat volgens het internationale recht verboden is” .

Echter, de VN wil de vrijheid van meningsuiting nog al degelijk wel beperken, vooral wanneer deze niet strookt met de agenda van de VN. Dit was duidelijk in het VN-Migratiepact waarin expliciet werd gesteld dat overheidsfinanciering aan “media die systematisch intolerantie, vreemdelingenhaat, racisme en andere vormen van discriminatie jegens migranten bevorderen” moet worden stopgezet.

Wat onverdraagzaamheid, vreemdelingenhaat, racisme of discriminatie is, werd natuurlijk in het midden gelaten, waardoor de bepaling een handige prullenbak is waarin regeringen media kwijt kunnen die afwijken van de huidige politieke orthodoxie over migratie. [1]

In tegenstelling tot het VN-Migratiepact bevat het actieplan van de VN tegen haatzaaien wel een definitie van wat de VN als “haat” beschouwt, en het is toevallig de breedste en vaagste mogelijke definitie:

“Elke vorm van communicatie in woord, geschrift of gedrag, die agressief is of pejoratieve dan wel discriminerende taal gebruikt met betrekking tot een persoon of een groep op basis van wie ze zijn, met andere woorden, op basis van hun religie, etniciteit, nationaliteit, ras , kleur, afkomst, geslacht of een andere identiteitsfactor “. Met zo’n brede definitie kunnen alle meningen als “hatelijk” bestempeld worden.

Het actieplan “beoogt de Verenigde Naties de ruimte en de middelen te geven om haatzaaiende taal aan te pakken, die een bedreiging vormt voor de principes, waarden en programma’s van de Verenigde Naties. De genomen maatregelen zullen in overeenstemming zijn met de internationale normen en standaarden voor de rechten van de mensen, met name het recht op vrijheid van expressie en meningsuiting. De doelstellingen zijn tweeledig: versterking van de inspanningen van de VN om de diepere oorzaken en drijfveren van haatdragende taal aan te pakken en het mogelijk maken van effectieve reacties van de VN op de impact van haatdragende taal op samenlevingen.

De VN maken in het plan duidelijk dat zij “acties op mondiaal en nationaal niveau zullen uitvoeren en de interne samenwerking tussen relevante VN-entiteiten zullen verbeteren” om haatzaaiende taal te bestrijden. De VN stelt dat “het aanpakken van haatzaaien de verantwoordelijkheid is van iedereen: regeringen, samenlevingen en de particuliere sector” en het voorziet in “een nieuwe generatie digitale burgers, gemachtigd om haatzaaien te herkennen, af te wijzen en zich daartegen te verzetten”. Wat een fantastische, heerlijke nieuwe wereld.

In het plan stelt de VN een aantal aandachtsgebieden vast. In eerste instantie zullen de VN “meer moeten weten om effectief te kunnen handelen” en daarom zullen “relevante VN-entiteiten … gegevens over haatdragende spraak herkennen, observeren, verzamelen en analyseren”. Het zal ook proberen om “een gemeenschappelijk begrip van de grondoorzaken en drijfveren van haatzaaien toe te passen om zodoende relevante maatregelen te nemen om de impact ervan zo goed mogelijk aan te pakken en / of te verminderen”. Bovendien zullen de VN “actoren identificeren en ondersteunen die zich tegen haatzaaierij verzetten”.

VN-entiteiten zullen ook ” maatregelen nemen die gericht zijn op de mensenrechten en het tegengaan van haatzaaien als vergelding en escalatie van geweld” en “maatregelen bevorderen om ervoor te zorgen dat de rechten van slachtoffers worden gerespecteerd, en in hun behoeften wordt voorzien, onder meer door middel van pleiten voor rechtsmiddelen, toegang tot rechtvaardigheid en psychologische begeleiding “.

Verontrustend genoeg is de VN van plan de media rechtstreeks onder druk te zetten en kinderen te beïnvloeden door middel van onderwijs:

“Het VN-systeem moet samenwerkingen aangaan en versterken met nieuwe en traditionele media om haatzaaien aan te pakken en de waarden tolerantie, non-discriminatie, pluralisme en vrijheid van expressie en meningsuiting te bevorderen” en “actie ondernemen in formeel en informeel onderwijs om .. de waarden en vaardigheden van Onderwijs voor Wereldburgers te promoten en media- en informatievaardigheden te verbeteren “.

De VN is zich er terdege van bewust dat zij strategische samenwerkingen met een reeks van mondiale en lokale, overheids- en particuliere partijen moet benutten om haar doel te bereiken. “De VN moeten samenwerkingen aangaan/ versterken met relevante belanghebbenden, waaronder degenen die in de technologische industrie werken. De meeste zinvolle maatregelen tegen haatzaaien worden niet alleen door de VN genomen, maar ook door regeringen, regionale en multilaterale organisaties, particuliere bedrijven, media, religieuze- en andere maatschappelijke actoren ‘, merkt het actieplan op. “VN-entiteiten,” voegt het eraan toe, “moeten ook actoren uit de particuliere sector betrekken, inclusief sociale media-bedrijven, bij stappen die zij kunnen nemen om VN-principes en maatregelen te ondersteunen die haatzaaien aanpakken en tegengaan, en zo samenwerkingen tussen overheid, industrie en het maatschappelijk middenveld aan te moedigen”. De VN zegt ook dat zij “op verzoek” de lidstaten zal ondersteunen op het gebied van capaciteitsopbouw en beleidsontwikkeling om haatzaaien aan te pakken. “

Uit het actieplan blijkt ook dat het eerste concrete initiatief al is gepland. Het is een “internationale conferentie over Educatie voor Preventie met focus op het aanpakken en tegengaan van haatzaaien waarbij Ministers van Onderwijs betrokken zouden zijn”.

Het nieuwe actieplan speelt direct in op de al reeds decennia durende pogingen van de Organisatie voor Islamitische Samenwerking (OIC) om kritiek op de Islam te verbieden. In de nasleep van de lancering van het actieplan van Guterres heeft Pakistan al een zespuntenplan gepresenteerd op het hoofdkantoor van de Verenigde Naties “om de nieuwe manifestaties van racisme en haat tegen religie, met name islamofobie” aan te pakken . De presentatie werd georganiseerd door Pakistan samen met Turkije, de Heilige Stoel en de VN.

Volgens nieuwsberichten werd het plan voorgesteld door de permanente vertegenwoordiger van Pakistan bij de VN, ambassadrice Maleeha Lodhi tijdens een sessie genaamd “Het bestrijden van terrorisme en andere gewelddaden gebaseerd op religie of overtuiging”.

“Een bijzonder alarmerende ontwikkeling is de opkomst van islamofobie, die de recente manifestatie vertegenwoordigt van de eeuwenoude haat die antisemitisme, racisme, apartheid en vele andere vormen van discriminatie voortbracht”, zei de ambassadeur in haar toespraak. Ze voegde eraan toe: “Mijn premier Imran Khan heeft onlangs opnieuw opgeroepen tot urgente actie om islamofobie tegen te gaan, wat tegenwoordig de meest voorkomende uiting van racisme en haat tegen “de ander” is”.

“We zijn volledig toegewijd aan het ondersteunen van de VN-strategie inzake haatzaaien,” aldus de Pakistaanse ambassadeur, “dit is een moment voor ons allemaal om samen te komen om het tij van haat en onverdraagzaamheid te keren dat de sociale solidariteit en het vreedzaam samenleven dreigt te ondermijnen.”

In 2017 stemde de vice-president van Public Policy van Facebook, Joel Kaplan, naar verluidt in met verzoeken van de Pakistaanse minister van Binnenlandse Zaken Nisar Ali Khan om “nepaccounts en expliciet, hatelijk en provocerend materiaal dat aanzet tot geweld en terrorisme te verwijderen” omdat “de hele moslim Ummah erg geschokt was en zich ernstige zorgen maakte over het misbruik van sociale media-platforms om godslasterende inhoud te verspreiden”.

Bij de VN riep de Pakistaanse ambassadeur Lodhi op tot overheidsinterventies om haatzaaiende taal te bestrijden, inclusief nationale wetgeving, en naar verluidt “pleitte (zij) voor een meer gerichte strategie om de verschillende uitingen van islamofobie aan te pakken. Een aanpak van de “gehele regering” en de “gehele samenleving” was nodig. In dit verband drong de Pakistaanse gezant er bij de secretaris-generaal op aan om met een breed scala van actoren, waaronder overheden, het maatschappelijk middenveld en sociale mediabedrijven, samen te werken en te voorkomen dat gebruikers van sociale media worden doorgesluisd naar online bronnen van radicalisering”.

De totale oorlog van de VN tegen de vrijheid van meningsuiting is begonnen.

Judith Bergman, een columnist, advocaat en politiek analist, is een Onderscheiden Senior Onderzoeker bij Gatestone Institute.


[1] Volgens doelstelling 17 van het VN Migratiepact verbinden de lidstaten zich ertoe: “onafhankelijke, objectieve en kwaliteitsvolle rapportage van media, inclusief van op internet gebaseerde informatie, te bevorderen, onder meer door mediaprofessionals te sensibiliseren en te informeren over migratie gerelateerde kwesties en terminologie, te investeren in ethische normen voor rapportage en reclame, en te stoppen met de publieke financiering of materiële ondersteuning aan media die systematisch intolerantie, vreemdelingenhaat, racisme en andere vormen van discriminatie van migranten bevorderen, met volledige eerbiediging van de vrijheid van de media.” [Nadruk toegevoegd.]